‘Wat verwachten jullie eigenlijk van ons? Een beetje wildvegen? Of zit er een verborgen plan achter?’ Vraagt opa bescheiden vriendelijk aan een collega van me.
Een zeer terechte vraag, van één van onze tuinopa’s. Naast luizenpluizers, leesmoeders, verkeersvaders hebben wij Tuinopa’s! Toen ik hier kwam werken was ik direct enthousiast over dit fenomeen. Ze lijken een beetje ongeregeld te vegen op het plein, maar niets is minder waar. De leerlingen van de onderbouw vinden het bloedinteressant. Die harken, schoffels en grote bezems zijn door de ogen van een kleuter fabelachtig, fantastisch. Niet te vergeten de gigantische kruiwagen waar je op, in, achter en (hoogstzelden) onder kunt komen.
Door een plotselinge wissel van alle tuinopa’s, daarbij opgeteld het pensioen van de conciërge en kort daarvoor een wissel van de directie, is het nu niet meer duidelijk wat er geklust kan worden.
Eén van de doelen is dat de opa’s genieten van deze vrijetijdsbesteding. Niet geheel toevallig, zijn het opa’s die van aanpakken weten. En dan hebben we het niet alleen over de handjes maar ook in het koppie. En zoals ze overal de paden weer vrij maken, zodat kinderen, ouders en leerkrachten zich ongestoord kunnen bewegen over het plein. Zo leggen ze nu een weg aan, naar het doel, van hun nieuwe hobby. De start is gemaakt door mijn collega aan te spreken.
Als we een week later, samen over het ‘erf’ van ons schooltje lopen, groeien er plots de meest geweldige ideeën. We hebben een stukje afgescheiden bos, zonder hondenpoep dus! De paden zijn onbegaanbaar door het snoeihout, dat er sinds jaar en dag is achtergelaten. Naast het bos ligt een veld. Helaas voor de ramen van 4 klaslokalen dus onbruikbaar?
Ik weet nog dat ik bij mijn kennismaking, met dit deel van ons schooltje, ook onmiddellijk dacht ‘Daar moeten we iets mee!’. Vreemd dat je op een gegeven moment zo’n kansrijk, braakliggend stuk grond gewoon niet meer ziet. Tot de opa’s gelukkigerwijs, verdwaald raken in hun onbekende taakomschrijving.
Plots bruist het van de visioenen over takkenwallen, ook wel houtrillen genoemd. Die kunnen mooi gestapeld worden voor de lokalen. Bovenbouwkinderen die het snoeihout versjouwen en de rillen zelf maken. We zien vogels die erin nestelen, zoals de winterkoning en de heggenmus. Zoogdieren zoals egeltjes, muisjes en waarachtig een amfibie, de gewone pad, die zich lekker schuil kunnen houdt tussen de takkenbossen. Onderbouw kinderen die met loeppotjes, speurend het opgeruimde bos in kunnen. Met als enige doel: Zich verwonderen over de natuur.
We spotten picknicktafels, een stuk of 6, waar in totaal wel zo’n 50 kinderen aan kunnen werken. Met hun loeppotjes, rekenboeken, tekenbladen enz.
We zien plots ultieme BUITENEDUCATIE. Met een eigen bos en buitenwerkplekken.
Ik hoop dat ik binnenkort weer eens een verdwaalde tuinopa tegen kom.
Een inspiratie voor vernieuwend onderwijs.
Geef een reactie