‘Vanmiddag hebben we afspraken gemaakt over het gezamenlijke invoermoment van de toetsen.’
Dat leest meester Johan op zijn enige vrije dag ’s middags in de mail.
‘Hallo, mag ik ook even meebeslissen!’ Denkt Johan. En direct daarna. ‘Waarom lees ik in hemelsnaam die mail op mijn vrije dag?’
Het kwaad is geschied. Het zit Johan tot HIER! Herkenbaar?
In de CITO weken heeft hij het gevoel dat hij enkel een onnozel, administratieradertje is, in een traag functionerende toetsbatterij. Dat onderwijs, waar het toch om gaat, er even niet mag zijn. Dat er doodleuk medegedeeld wordt, dat je de nieuwe versie van de DMT en AVI af had moeten nemen.
Oftewel, dat 1 wijntje op de bank met je geliefde, niet meer helend werkt. En dat je beseft dat een hele fles zelfs niet voldoet. (Gechargeerd natuurlijk. Want wij onderwijsmensen kennen maat?!)
Evengoed. Johan tikt een ongezouten en toch keurige mail als ‘reply’, waar het ongenoegen duidelijk uit blijkt. Wij, de collega’s, ontvangen de mail en schieten in een wisselende, ongewenste, communicatieve modus.
En dan is daar de verrassing. Vóór dat onze Lieve Heer het licht aan doet. Een berichtje in de groepsapp van meester Johan, die ons gisteravond zo wist te raken.
En hij doet het gewoon weer! Volledig met de billen bloot en oprecht, excuseert hij zich op een 100% ontwapenende manier. Alle oordelen en tegenargumenten die welke collega dan ook had, verdwijnen als een onderwijssalaris tijdens de zomervakantie.
Mijn ogen gericht op het appje, zie ik de begripvolle reacties binnenstromen. Want zo zijn wij bij ons op school! Vergevingsgezind.
Moet ik nou ook iets appen? Is dat mijn manier?
Ik denk aan de kinderen in mijn klas. Ik denk aan het verhaal, dat ik regelmatig vertel over de KAST in mijn hoofd. Als er weer eens eentje bedroefd, schuldig en hoopvol naar me opkijkt, als er iets ‘fout’ is gegaan. Ik roep zo’n klein menseke dan bij me en leg uit.
‘In mijn hoofd, heb ik een hele bijzondere kast, met jouw naam erop. Iedere keer als jij iets moois, liefs, leuks, attents, bijzonders, grappigs doet…zet ik een potje in jouw kast. En jouw kast zit knoepvol!
Het wordt haast tijd voor een tweede kast. Dus… als jij één keer iets doet, wat ik niet waardeer. Tja. Dan valt er misschien 1 potje kapot. Maar jij kunt nog heel wat potjes breken. Er is nog nooit iemand geweest die het klaar gekregen heeft, om de volledige kast om te trekken.’
En als ik dan dat opgelucht, blije gezichtje zie, dan glans ik terug en zeg. ‘Kijk, nu ga ik alweer een potje kleien!’
Als ik meester Johan tegen kom in de gang, vraag ik of hij even tijd heeft. Ik vertel hem oprecht vanuit mijn hart mijn gevoel bij gisteravond en vanmorgen. En vervolg met het verhaal van de potjes in de kast. Zijn reactie: ‘Is de kast om?’
‘Nee! Juist niet! Toen ik vanmorgen je app las, ben ik in gedachten als een gek naar het magazijn gerend, heb een bonk klei gepakt en ben aan de slag gegaan.’
Ik vind het vette klasse als je zo kunt reflecteren op jezelf en dan vervolgens het lef hebt om ‘t te delen.
Collega’s die mij aan het kleien krijgen? Daar houd ik van!
(Onderwijs serie: Daar houd ik van!)
Geef een reactie