‘Ik heb er voor gestudeerd! Ik ben hoog opgeleid! Ik heb overal verstand van! Ik weet een brede oplossing voor alle problemen! Ik ben geslaagd! Ik…Ik…Ik…’
Zoveel ikkerigheid heeft onze zorgcoördinator, Ted, zelden in een ruimte gezien. Met een professionele kijk en een open vriendelijke blik hoort ze het ik-isme aan.
Als er één van de zeldzame stiltes valt, springt ze er direct in. Juf Ted vertelt over instanties, bedrijven, mensen waar wij mee samenwerken. Ik ken die mensen, die vol liefde en met hun hart hun werk vervullen. Mensen die komen, om samen met ons, kinderen te helpen. Mensen die niet overal officieel voor gekwalificeerd zijn. Die de grens van hun superioriteit kennen. En vervolgens weten wie er dan wél ingeschakeld kan worden met het gewenste kaliber. Die zich groots gedragen, door klein te zijn.
De ik-ist schuift zonder enige gêne al deze inferieure informatie van de tafel. ‘Zij kunnen nooit wat ik, uuh, wij kunnen bieden.’ Is de simpele conclusie van onze gast. De collega die ze meegenomen heeft, een volgelinge van zo’n 30 jaar jonger, kijkt haar vol bewondering aan en schuift nog wat extra bouwstenen onder het voetstuk van haar vakbroeder.
Als de gesprekspartners van juf Ted na een minuut of 15 de ruimte verlaten, is ze blij dat ze ervoor gekozen heeft om de directeur niet aan te laten schuiven bij dit gesprek. Kostbare tijd die nu anders besteed is.
Ze draait zich om en we kijken elkaar aan. Het lijkt alsof we hetzelfde denken. Wat gunnen wij die vrouw het geluk en de vrede met zichzelf. Dat het niet uitmaakt of je de positie hebt, die volgens je (hoge) opleiding klopt. Het lijkt duidelijk dat deze vrouw niets komt brengen, maar iets komt halen. De bevestiging dat ze wél geslaagd is. En dan hebben we het niet over diploma’s; Die heeft ze meer dan genoeg.
Juf Ted start de computer op om verder te werken aan het onderwijskundig rapport van Ate. Na een paar tellen schuift ze resoluut haar bureaustoel naar achteren en staat op. Ik weet waar ze naartoe gaat. Ik heb die plek gezien, toen ik een keer op zoek was naar batterijen voor mijn stopwatch. De batterijen vond ik niet, maar wel iets anders aller heerlijkst verrassends, dat aardig op kan laden. In haar laatje met de tekst ‘Nog doen!’
Wie ben ik om uit te maken, wat onze volledig, zelfsturende zorgcoördinator nog moet doen?
Hartige chips na pittige gesprekken. Chocolade als zoete genoegdoening. Vrolijke zuurtjes na energie slurpende conversaties.
Hier ligt voor elke situatie, medicatie.
Iedereen zou zo’n ‘nog doen’ laatje moeten hebben.
(onderwijs serie: Daar houd ik van! www.reviki.com)
Geef een reactie