Binnen 20 minuten staat ze in onze huiskamer, ongevraagd een demonstratie line dance te geven, voor mijn man en mij. Een collega in de 20 met een brein en lichaam dat alle kanten uit schiet.
Eigenlijk is ze hier, i.v.m. een heel serieuze ‘opdracht’. Ze heeft een gedicht gehandletterd. Een gedicht dat onze tweede dochter geschreven heeft voor Zonnetje.
Zo mooi! Ze heeft er 4 maanden over gedaan. Het was ook een lang gedicht! En als je echt handwerk handlettering maakt en zin 4 of 6 of 11 van het 12 regelige gedicht mislukt… dan moet alles natuurlijk opnieuw. Vindt ze!
En wij hebben alle tijd. De herinnering aan Zonnetje is immers voor altijd. Dus het kunstwerk komt op ieder moment als een grandioos cadeau. In de Winter, bij de start van de Lente, op háár verjaardag, mijn verjaardag, precies na 4 maanden, met Pasen, Pinksteren of gewoon op de ‘het-gedicht-is-nu- klaar’dag! En dat is dus de dag dat ze komt, met 2 prachtige ingelijste handgeletterde gedichten.
En hoe mooi is het dan, als dat een zwaar en luchtige avond tegelijk kan zijn. Want na de linedance is het programma nog niet afgelopen!
We krijgen ook nog haar belevenissen te horen, bij de plaatselijke tafelvoetbal kampioenschappen. Niet dat ze dat ooit eerder heeft gedaan. Maar ze is gevraagd omdat ze zo gezellig is. En aangezien gezelligheid niet in de eisen van de club staat, heeft de kennis/vriend tegen iedereen verteld, dat ze een unicum talent is op tafelvoetbal gebied. Dat kan achteraf iedereen bevestigen. ‘Ik bakte er niks van!’ is haar tekst. Dus als haar teamgenoot zegt: ’Wat tactisch dat je je inhoudt aan het begin van het toernooi’. Kijkt ze hem bevreemd aan. ‘In houdt?!?! Man het doet pijn aan mijn spieren van mijn vingertoppen, over mijn rug tot ver voorbij mijn middenvoetsbeentjes!” De oprechtheid waarmee ze dat zegt, overtuigt hem nog meer van haar zware professionele tactieken. ‘Je wil niet weten, hoeveel eigen risico, de fysiobehandelingen van mijn VGZ, dat ‘schattige’ toernooitje heeft gekost!’ Moppert ze quasi verbolgen.
Vervolgens hangen we samen het gedicht op in de troostmuur. Tussen de honderden kaarten van mensen, waar Zonnetje een plekje in het hart heeft veroverd. We hebben het over de as van Zonnetje en de mooie plannen die we daarmee hebben.
Wederom afgewisseld met allerlei onzinpraat, die ons beider levens steeds maar weer schijnt binnen te sluipen. Kwestie van de pret en het geluk willen zien!
Als ze uiteindelijk ons huis verlaat en ik de hond uitlaat voor het laatste rondje, loop ik gniffelend door het parkje. Er is iets met deze collega. Wat? Volgens mij is haar diagnose nog niet uitgevonden.
Voor mij is de diagnose in ieder geval; prettig gestoord met een vleugje hartverwarmende, onbelemmerde, empathische uitzinnigheid. Heerlijk. Soul mate!
Geef een reactie