Ingrediënten:
Twee schepnetjes
Twee emmertjes
Twee(ling) meisjes
Een vennetje
Eén bijzondere mama.

Ze turen in het water en scheppen met hun netjes. Even weg van de wereld met zorgen. Alleen oog voor de schatten die ze om de beurt vinden. Op 50 meter afstand kan ik horen wanneer er een unieke vondst gedaan wordt. De hoge meisjesstemmen spetteren dan vol opwinding over de watervlakte. De verwondering klinkt aantrekkelijk als ze samen hun schatten bestuderen.

Ik sta versteld van de enorme concentratieboog. Dit bevestigt wat we in onderwijsland al lang weten. Kinderen zijn kleine onderzoekers. De kunst is om ze te boeien, te verwonderen,  ze te laten ontdekken. De vragen komen dan vanzelf.

Als de koppies lang over de emmertjes gebogen blijven, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen.
Zodra ik in de buurt kom, beginnen ze enthousiast te vertellen over al het moois. Ik zie allerlei waterinsecten en kikkerdril. Ik krijg een minilesje over natuurbehoud van ze. Want alles wat ze vinden, moeten ze straks weer terug zetten. ‘Zeker de kikkerdril, want die is beschermd.’ Zegt het ene meisje met krachtige stem. Haar tweelingzusje bevestigd dit, driftig knikkend.

Al snel moeten ze weer ‘aan het werk’. Met hun goede leren winterlaarzen soppen ze in het ondiepe water. De mama maakt zich daar geen zorgen over. Ze had geen rubberlaarzen voor de meiden en dit leerzame uitje maakt het schone schoeisel ondergeschikt.

Wat een geweldige mama.
Voorleven is een kunst!

‘Wat zullen jouw kleinkinderen later genieten, omdat je dit je kinderen meegeeft!’